Vertrouwen spitst zijn oren wanneer verwachtingen niet uitkomen.

Het gebrek aan vertrouwen wordt gezien als één van de oorzaken van het groeiende populisme. ‘Om het wantrouwen van nu te kunnen begrijpen en overwinnen, moeten we eerst weten wat vertrouwen eigenlijk is. Want het is een complex en verwarrend begrip’, schrijft Bart Nooteboom in zijn net verschenen boek: ‘Vertrouwen. Opening naar een veranderende wereld’ (Uitgeverij Klement). De KNAW organiseerde op 4 oktober 2017 een avond over dit thema. Vier wetenschappers lichtten toe hoe vertrouwen gerelateerd is aan objecten, mensen, organisaties of grotere systemen. Een goed gekozen thema, de theaterzaal van de nieuwe Openbare Bibliotheek Amsterdam is afgeladen vol.

Vertrouwen is risico nemen

Want volgens de Van Dale is vertrouwen:
1 met zekerheid hopen: we vertrouwen erop dat …
2 vertrouwen stellen: hij is niet te vertrouwen hij is onbetrouwbaar
3 ver·trou·wen (het; o) geloof in iemands goede trouw en eerlijkheid

De kern van vertrouwen is het geven van ruimte aan een ander om te handelen. Je bepaalt zelf hoeveel ruimte je de ander geeft. Dat betekent ook dat je het risico neemt dat je vertrouwen wordt beschaamd. De woorden ‘hopen’ en ‘geloof’ in de definities van Van Dale benadrukken dat risico. Want als je iets of iemand vertrouwt, kan het zijn dat je verwachting niet uitkomt en dat kan leiden tot teleurstelling en frustratie.
De conclusie van Bart Nooteboom is dat de oorzaken van deze teleurstelling(en) vaak niet duidelijk zijn en dat daarom juist openheid cruciaal is voor het behouden of herstellen van vertrouwen. We zijn het met hem eens en maken hier ook de volgende kanttekeningen bij. Openheid en transparantie moet voor organisaties en instituten meer zijn dan een buzzwoord. Het betekent namelijk ook dat je als organisatie open bent op momenten dat het je even wat minder uitkomt. Daarnaast verhoogt openheid niet per definitie het vertrouwen in een organisatie. ABNAMRO kan bijvoorbeeld heel open communiceren over de bonussen voor de top, maar dat maakt nog niet dat deze bonussen maatschappelijk worden geaccepteerd. Deze vorm van (meer of minder incidentele openheid) leiden dan ook niet tot (herstel van) vertrouwen.

Als je betrouwbaar bent, verdien je vertrouwen

Bart Nooteboom vindt dat we het eerder over betrouwbaarheid moeten hebben dan over vertrouwen: ‘Vertrouwen is niet vanzelf goed. Het moet verdiend worden met betrouwbaarheid. Je moet te vertrouwen zijn. En als je zegt; vertrouwen moet toenemen. Dan moet dus vooral betrouwbaarheid toenemen’. De kern van ‘betrouwbaarheid’ zit hem in het verantwoordelijk omgaan met de handelingsruimte die je hebt gekregen van je vriend, van de overheid, van je klanten, je aandeelhouders, burgers, collega’s, medewerkers ……… Dat betekent dat je de context moet kennen waarin je opereert, dat je moet weten wat klanten en belanghebbenden van je verwachten en welke handelingsruimte je krijgt van wie. Kortom. Je moet de context kennen waarin je opereert en begrijpen welke veranderingen daarin plaats hebben. Dat kan alleen als je als organisatie in gesprek gaat en luistert.

Deze blog is de eerste van een serie die ingaat op de aspecten die volgens MonkeyBlue de ‘Contextuele Intelligentie’ van een organisatie bepalen; wij noemen dit TheContextFactor®. Deze factor bepalen we met ons onderzoek TheContextIndicator®. Hoe hoger TheContextFactor® is van een organisatie, hoe sterker is haar bestaansrecht. Elementen die doorslaggevend zijn: In verbinding staan met je omgeving – Dit vertalen naar de kern: je Purpose, je Missie, Visie & Strategie, Cultuur en vooral je Doen & Laten – Transparant zijn over wat er voor je omgeving toe doet – En in al je haarvaten betrouwbaar zijn.

Wil je reageren hierop of met ons sparren over dit onderwerp, dan horen wij dat graag.